Practoraat agrofood & biobased Curio maakt een vliegende start
De gelijk optredende transities gecombineerd met een toenemende vergrijzing, digitalisering en robotisering van de samenleving hebben een enorme impact op het beroepsonderwijs. Onderzoekend leren en projectmatig werken komen centraal te staan. Het practoraat agrofood & biobased van Curio maakt een vliegende start en faciliteert nieuwe ontmoetingen en ontdekkingen. Het onderwijs ontdekt met welke opgaven ondernemingen bezig zijn en de bedrijven leren het onderwijs beter kennen. Het leidt tot een ongekende synergie en resultaten. Daarnaast blijkt het practoraat ook nog als aanjager voor het vestigingsklimaat in West-Brabant te fungeren.
Samen werken aan transities
We leven in een bijzondere tijd. Er zijn wereldwijd veranderingen gaande, die ons allemaal raken en die een enorme impact hebben op allerlei facetten van ons leven en ons zijn. Klimaatverandering, waterbeschikbaarheid, verlies aan biodiversiteit en sociale en economische ongelijkheid vragen om een fundamentele omslag in denken, handelen en organiseren. Er komen complexe opgaven op ons af, waarbij een onderscheid kan worden gemaakt in ‘harde’ transities zoals de energie-, grondstoffen-, circulaire- en voedseltransitie en in ‘zachte’ transities zoals de zorg-, onderwijs-, sociale- en democratische transitie.
Transities zijn interessant. Ze gaan over hardnekkige, schier onoplosbare problemen die diep verankerd zijn in onze houding, ons gedrag, onze systemen en onze instituties. Er bestaan ook geen pasklare oplossingen voor. Een transitieproces ligt niet bij voorbaat vast, omdat er voortdurend sprake is van aanpassen aan, leren van en inspelen op nieuwe situaties.
Transitiemanagement impliceert al-doende-leren en al-doende-doen, waarbij onzekerheid, complexiteit en samenhang kernbegrippen zijn. Het vraagt om lange termijn denken, denken in meerdere domeinen met verschillende actoren, sturen op leerprocessen, inzetten op vernieuwing (systeeminnovatie) en het openhouden van een breed scala aan opties.
In 2015 is de Stichting ‘Ieder mbo een practoraat’ opgericht. Doel van de stichting is om de oprichting en inrichting van practoraten in het mbo te stimuleren en te ondersteunen. Practoraten moeten een scharnierfunctie tussen de beroepspraktijk en het onderwijs gaan vervullen. Dichtbij huis en dichtbij de regio: onderzoekend en samen lerend. Practoraten zijn innovatieve werkplaatsen waar bedrijven, studenten en docenten onderzoek uitvoeren, waar onderwijs en bedrijfsleven kennis en ervaring delen gericht op de vernieuwing van onderwijs en beroepspraktijk en waar wordt samen gewerkt aan transities.
Vierde jaars student aan de HAS, Robin van Arkel benadrukt dat we vaart achter practoraten moeten zetten: de beroepspraktijk en de kennisinstituten moeten tot een nieuwe orde komen. “We hebben in Brabant, maar ook in Nederland, bijvoorbeeld een enorm waterprobleem. We gebruiken meer water dan er bij komt. We staan in het rood. De waterschaarste neemt toe. Als we niets doen komen we in de problemen. Nederland staat aan de vooravond van een watertransitie. Een nieuw watersysteem is noodzakelijk, zodat we beter water gaan vasthouden. Door water vast te houden stroomt het niet meteen naar zee, maar sijpelt het in de grond als grondwater of belandt het in rivieren of sloten. Dit water kunnen we onder meer gebruiken om drinkwater te maken. Bij deze watertransitie kunnen het beroepsonderwijs en practoraten van enorme toegevoegde waarde zijn.”
Betekenisvolle leergemeenschappen
De gelijk optredende transities gecombineerd met een toenemende vergrijzing, digitalisering en robotisering van de samenleving hebben een enorme impact op het beroepsonderwijs. Onderzoekend leren en projectmatig werken komen centraal te staan. “Het practoraat agrofood & biobased van Curio wil daar een voortrekkersrol in spelen”, zo verklaart de practor Leon Joore desgevraagd. Het practoraat gaat duurzaam praktijkgericht en praktijkgebonden onderzoek uitvoeren waarbij bedrijven, studenten en docenten gelijkwaardige partners worden om tot systeeminnovaties te komen. Niet alleen met mbo-studenten en -docenten; Joore gaat er een zogeheten multilevel learning community van maken, een productontwikkelingsafdeling waar studenten van vmbo, mbo, hbo en wetenschappelijk onderwijs als kennispartners samen met professionals uit het bedrijfsleven werken aan maatschappelijke opgaven.
Het practoraat agrofood & biobased heeft inmiddels al een aantal zogeheten the proof of the pudding is in the eating trajecten achter de rug. Je weet tenslotte pas hoe iets smaakt, als je het opeet. Zo klopte zo’n anderhalf jaar geleden de familie Steijaert uit Hulst aan de deur met het verzoek om samen op zoek te gaan naar een nieuw waarde creatiemodel voor hun bedrijf.
De jongste generatie Steijaert, de broers Dirk en Toon, stonden namelijk voor een enorme uitdaging. De aardappelprijs ging door Corona zodanig onderuit dat zij de aardappelen onder kostprijs moesten verkopen. “Dat was de spreekwoordelijke druppel om het roer om te gooien”, zo vertelt Toon. “Zoals zoveel boeren, verkochten wij ons gewas op de wereldmarkt. Deze markt kijkt door de groeiende wereldbevolking maar naar één ding: de prijs. Hierdoor werden we gedwongen om zoveel mogelijk te produceren. Dit gaat uiteindelijk ten koste van de kwaliteit en duurzaamheid. We moesten het anders gaan doen en hebben toen ZVL Friet opgericht.”
De familie Steijaert teelt al vijf generaties aardappels op de enorme vruchtbare zilte zeeklei van Zeeuws-Vlaanderen. Deze bodem en het unieke Zeeuwse microklimaat bieden de perfecte omstandigheden om aardappelen te verbouwen. De aardappel is van dermate hoge kwaliteit dat de houdbaarheid enorm lang is, de voedingswaarde hoog is, en - nog belangrijker - de structuur en smaak zorgen voor overheerlijke frieten. ZVL Friet kwam bij het practoraat agrofood & biobased met de vraag om samen op zoek te gaan naar een nieuw businessmodel waarbij de route van grond tot bord zo kort mogelijk wordt gehouden en waarbij zij hun aardappelen voortaan zelf tot friet versnijden en verkopen.
“Het was voor ons bijna vanzelfsprekend om de hulp van het practoraat agrofood & biobased in te roepen. Mijn broer en ik weten uit eigen ervaring dat studenten ontluiken als ze met echte opdrachten aan de slag mogen gaan. In de praktijk ontstaat de passie en de energie. Maar het practoraat kon ons ook inter- en multidisciplinair onderzoek en ondersteuning voor meerdere jaren bieden. Die beide zaken waren voor ons cruciaal. Het inter- en multidisciplinaire karakter omdat we zowel ondersteuning bij de teelt, de verwerking, de bereiding als de verpakking zochten. Het lange termijn perspectief omdat het komen tot een goed teeltplan jaren duurt.”